>>>  Laatst gewijzigd: 15 april 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Waarden en relaties

literatuur bij het thema

films bij het thema

Norwegian Wood

"Those were the days of the Doors, the Stones, the Byrds, Deep Purple, and the Moody Blues. The air was alive, even as everything poised on the verge of collapse, waiting for a push."
Haruki MURAKAMI A wild sheep chase, p.4

Haruki Murakami is een van mijn favoriete schrijvers. Ik las ooit de roman Norwegian Wood, zijn meest bekende boek, en was zo onder de indruk dat ik daarna meteen ook al zijn andere boeken las.

Murakami en ik zijn generatiegenoten. Murakami is van januari 1949. Hij is een maand jonger dan ik. Zijn ouders gaven les in literatuur. Hij kreeg een opvoeding waarin de westerse cultuur net zo'n grote rol speelde als de Japanse. Met name westerse literatuur en westerse muziek (klassiek, jazz, pop) zijn van grote invloed geweest op Murakami.

Dat laatste kun je goed zien aan sommige van zijn boektitels. Norwegian Wood is een liedje van The Beatles. Dance dance dance komt van een succesnummer van The Dells. South of the border, west of the sun verwijst deels naar een mooie jazzvertolking van Nat King Cole. Ook in de romans zelf is muziek een steeds terugkerend thema. Muziek uit mijn jeugd.

De zestiger jaren

Ook heel herkenbaar zijn Murakami's verwijzingen naar de opstandige zestiger jaren van de vorige eeuw. Het was een periode waarin jongeren de weg insloegen 'naar een vaderloze samenleving' (om maar eens een term van Mitscherlich te gebruiken). Het verzet tegen vermolmde gezagsverhoudingen was wereldwijd. De hypocriete en al te fatsoenlijke burgerlijke moraal werd aan de kant geschoven. Er brak een regelrechte opstand uit tegen de bekrompen politiek en aan de universiteiten werd de invloed van het militair-industrieel complex op wetenschap en onderzoek aan de kaak gesteld. Ik heb het zelf allemaal meegemaakt.

Maar steeds merk je dat Murakami een beetje zijn schouders ophaalt over die beweging. Zoals ook ik indertijd deed. Veel jongeren waren even autoritair, manipulatief en dogmatisch als hun ouders. En de wereld wordt niet zonder meer beter van gewelddadig verzet, luidruchtige muziek, alcohol, drugs en vrije seks. Wanneer je vandaag de dag kijkt naar onze generatie van 'baby boomers', zie je dan een blije generatie die kan zeggen dat de samenleving fundamenteel rechtvaardiger en socialer is geworden?

Ik lees in zijn boeken dus veel 'zestiger jaren'. De muziek natuurlijk. Maar Murakami doet in zijn romans ook niet zo moeilijk over erotiek en seks. Die zijn bijvoorbeeld niet per se gebonden aan een huwelijk of een vaste relatie. Seks is er of is er niet, en als het er is, beschrijft hij het expliciet waar dat zo uitkomt. Een traditionele rollenverdeling vind je bij hem ook niet: mannen en vrouwen gaan in zijn romans gelijkwaardig met elkaar om, hoewel er bij seks af en toe wel sprake is van een typische rolverdeling.

Murakami houdt duidelijk niet van pretenties. Een goede loopbaan en maatschappelijke status — in Japan nog steeds zeer belangrijk — relativeert hij in zijn werk overal. Zijn hoofdpersonen zeggen in meerdere boeken dan ook dat ze een 'low-key guy' zijn, het zijn mensen die een beetje op de achtergrond blijven, een beetje voorzichtig en afwachtend zijn. Je ziet het ook aan de duidelijke sympathie waarmee hij over gewone mensen schrijft.

Werkelijkheid en fantasie

Murakami's taalgebruik is bijzonder toegankelijk. Bij hem geen experimenten met stijlfiguren, geen zoektocht naar de mogelijkheden van de taal. Hij gebruikt taal simpelweg om zijn verhaal te vertellen. Want dat is wat hij wil: een mooi verhaal vertellen. En dat is ook wat hij goed kan. Ik heb zelden dialogen gelezen die zo vloeiend verlopen.

Het zijn verhalen die zich over het algemeen gewoon afspelen in de werkelijkheid van alledag met mensen van alledag. Maar soms staat Murakami toe dat zijn fantasie hem meeneemt naar werelden die niet echt bestaan. En soms blijft zo'n fantastisch element een heel boek aanwezig. Ik kan uitleggen hoe dat bij Murakami werkt met iets wat ik zelf tegenkwam.

Aan de achterkant van mijn huis hing een oud schakelkastje aan de muur. Er zat een kabel aan. Die kabel ging de grond in. Ik heb nooit begrepen of het kastje nog iets deed en wat dan. Niemand en niets kon me daar iets over vertellen. Ik liet een technicus meten of er spanning of signaal op het binnenwerk stond. Toen dat niet het geval bleek te zijn, heb ik kastje en kabel laten verwijderen. Tot zo ver de werkelijkheid. Geen problemen.

Maar bij Murakami zou dit aanleiding kunnen zijn om zijn fantasie de vrije loop te laten. Stel je nu eens voor dat dat schakelkastje wel degelijk iets regelde en dat die kabel verbonden was met een ruimte die diep in de aarde verscholen lag. Stel je eens voor dat het essentiële voorzieningen regelde voor de wezens in die onderaardse ruimte, zoals temperatuur, zuurstof, vocht. Stel je voor dat dat niet gebeurde met elektriciteit, maar op een voor mij onbekende manier. Dan zou ik zo maar een catastrofe in gang gezet hebben door kastje en kabel te verwijderen.

Super-frog

Murakami zou zo'n fantasie op een prachtige en humoristische manier kunnen uitwerken. Wie weet zou een reuzekikker me bezorgd op de vingers komen tikken, zoals gebeurt in het korte verhaal Super-Frog Saves Tokyo. Het gebeurt of het gebeurt niet, maar het is nooit storend wanneer Murakami zoiets doet.

Je kunt niet zeggen dat dergelijke fantastische elementen in zijn vroegere werk meer voorkomen dan in zijn latere. Het is waar dat A wild sheep chase (1982) en Dance, dance, dance (1988) met die merkwaardige 'schaapman' behoorlijk de toon zetten. Maar in Kafka on the shore (2002) hebben we de geheimzinnige krachten van Mr. Nakata. En in After dark (2004) ziet de waarnemer Eri Asai in het televisiebeeld verdwijnen en uiteindelijk ook weer terugkomen.

Het gekke is dat Murakami die onwerkelijke fantasieën zo vanzelfsprekend maakt, dat je ze bijna als normaal gaat ervaren. Het maakt zijn verhalen extra gevarieerd en boeiend.

Oortjes en tieners

Bepaalde thema's keren steeds weer terug in Murakami's romans en verhalen. Soms zijn het kleine dingen die bijna niet opvallen. Geregeld krijgen de oortjes van sommige vrouwen meer dan normale aandacht. Blijkbaar heeft Murakami iets met mooie fijngevormde oren bij vrouwen. In Dance dance dance vind je er een voorbeeld van.

Belangrijker is hoe Murakami omgaat met bepaalde personen op de achtergrond, personen dus die niet de hoofdrol hebben in het verhaal. Ik noemde Mr. Nakata al die in het boek Kafka on the shore zo'n belangrijke sleutel blijkt te zijn in de ontwikkeling van het verhaal.

Opvallender zijn de tieners. De 17-jarige boekenlezende naamloze tiener uit het begin van A wild sheep chase, en met name de 13-jarige Yuki in Dance dance dance en de 16-jarige May Kasahara in The wind-up bird chronicle zijn geen hoofdrolspelers, maar wel erg belangrijk. Yuki en May staan bij Murakami voor de sleutel naar een andere dimensie. Ze hebben een frisse kijk op dingen, omdat ze nog niet thuishoren in de wereld van de volwassenen, en hebben daarom de functie van bewustmakers, van 'eyeopeners', van wegwijzers.

Murakami's verdwijnende vrouwen

Nog opvallender als terugkerend thema zijn Murakami's 'verdwijnende vrouwen'. Zo noem ik dat maar. Voorbeelden:

Steevast gaat het over de 'grote liefde' van de hoofdpersoon, over een vrouw met wie het diepgaand 'klikt', over een liefde die de alledaagsheid doorbreekt, over iemand bij wie het geen zin meer heeft maskers op te zetten en schijnverdrag te vertonen, over een intimiteit waarvoor je alles op het spel zou zetten.

Dat is natuurlijk een thema dat in meer literaire romans uitgewerkt wordt. Maar opvallend aan Murakami's romans is dat deze vrouwen ineens verdwijnen, soms letterlijk van de ene op de andere dag. De redenen zijn vaak niet duidelijk, maar ineens zijn deze vrouwen vertrokken. '_Ik hou van niemand zo veel als van jou, maar ik kan niet bij je blijven_'. Je moet het meegemaakt hebben om te weten hoe **dat** je onderuit kan halen. En dat is dan ook het drama van de hoofdpersonen: dat ze almaar wachten op een telefoontje, een brief, een bezoek van iemand die waarschijnlijk nooit meer zal komen.

Norwegian Wood: Het verhaal

Schermafdruk 'Norwegian Wood'
Schermafdruk 'Norwegian Wood'

Iets dergelijks gebeurt in Norwegian Wood. Hoofdpersoon is Toru Watanabe. In het begin van het boek komt hij aan op het vliegveld van Hamburg. Hij hoort daar de Beatle-song 'Norwegian Wood'. Dat lied brengt hem in gedachten terug naar zijn jeugd en studententijd. Het was het lievelingslied van zijn liefde Naoko.

In zijn jeugd en op de middelbare school was hij bevriend met Kizuki. Wanneer Kizuki op een gegeven moment Naoko als vriendin krijgt, trekken ze als drietal met elkaar op. Maar dan pleegt Kizuki op 17-jarige leeftijd zelfmoord en verandert alles. Naoko en Toru verliezen elkaar na de middelbare school uit het oog. Ze komen elkaar weer tegen wanneer Toru in de 60-er jaren studeert en leeft op een campus in Tokyo.

Toru en Naoko gaan vanaf die ontmoeting weer met elkaar om. Ze maken lange wandelingen, waarbij Toru het vaak niet bij kan houden. Van achteren ziet hij haar zwarte haren en fijne oren. Naoko is een beetje vreemd, maar daarmee wel bijzonder fascinerend. Ze is anders dan anderen. Maar hoewel de intensiteit van hun gevoelens voor elkaar groot is, is intieme toenadering moeilijk. Het lukt niet erg een goed gesprek te voeren. Naoko zit nog steeds met de zelfmoord van Kizuki en — zoals later blijkt — met die van haar zus in haar hoofd. Op een avond lijken ze elkaar eindelijk te vinden, ze vrijen ook met elkaar. Maar de dag erna blijkt Naoko vertrokken.

Schermafdruk 'Norwegian Wood'
Schermafdruk 'Norwegian Wood'
Schermafdruk 'Norwegian Wood'
Schermafdruk 'Norwegian Wood'

Toru begrijpt niet wat er gebeurd is, hij probeert van alles om te achterhalen waar Naoko is, maar Naoko blijft spoorloos. Na een tijdje krijgt hij een relatie met Midori. Midori is een heel ander type vrouw dan Naoko. Ze is tamelijk nuchter en geniet gewoon van haar leven. In het begin is de relatie tussen Midori en Toru nog tamelijk vrijblijvend, omdat ze al een vriend heeft. Maar langzaam aan wordt het Midori duidelijk dat ze van Toru houdt. Toru zit echter almaar met Naoko in zijn hoofd en kan niet voor Midori kiezen.

Toru heeft namelijk eerder een brief ontvangen van Naoko waaruit blijkt dat ze zich heeft laten opnemen in een psychiatrische instelling ver van de bewoonde wereld, een psychiatrische instelling naar de principes zoals die in de 60-er jaren in zwang waren (anti-psychiatrie, zelfhulp). Ondanks Midori kan Toru niet om zichzelf heen en reist af naar Naoko zo gauw dat mogelijk is. Hij verblijft als gast een paar keer in de instelling met Naoko en haar kamergenoot Reiko. Daarna wisselen ze brieven uit. Eigenlijk wacht hij de hele tijd op levenstekenen van Naoko. Het overheerst de relatie met Midori en op een gegeven moment verbreekt Midori daarom het contact.

Met Naoko gaat het steeds slechter, ze komt niet uit haar zelftwijfel, ze begint stemmen te horen. Op een dag pleegt ook Naoko zelfmoord. Toru is buiten zinnen van verdriet en zoekt de eenzaamheid in de natuur. Hij keert pas weer terug wanneer hij een beetje in balans is. Reiko — die de psychiatrische instelling verlaten heeft — komt naar Toru toe om hem dingen over Naoko uit te leggen. Ze vinden even troost bij elkaar. Reiko vertrekt om een nieuw leven te beginnen. Op een andere manier begint ook Toru een nieuw leven: hij belt Midori en zegt dat hij van haar houdt.

De verfilming

Vergeleken met de boeken waarin fantastische elementen een rol spelen is deze roman tamelijk 'down to earth'. In Norwegian Wood is het realisme, de meeslepende beschrijving van allerlei alledaagse details, en de schildering van allerlei subtiele gevoelens juist heel sterk. Dat en het geworstel met een onmogelijke liefde maken Norwegian Wood tot een heel toegankelijk en herkenbaar verhaal.

Het lag voor de hand dat dit boek een keer verfilmd zou worden. Dat is in 2010 gebeurd. Regisseur is Anh Hung Tran, Toru wordt gespeeld door Kenichi Matsuyama, Naoko door Rinko Kikuchi, en Midori door Kiko Mizuhara. De film heeft een tijdje op festivals gerouleerd, maar vanaf 6 januari 2011 was de film — hij kreeg ook de titel Norwegian Wood — voor het eerst te zien in de Nederlandse bioscopen.