>>>  Laatst gewijzigd: 18 maart 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Verantwoord handelen

Communicatief handelen

Een van de filosofen die veel nagedacht hebben over verschillende vormen van handelen en verschillende invullingen van rationaliteit is Jürgen Habermas. Ik zet hier een aantal van zijn gedachten op een rij.

Rationaliteit en ontmythologisering

Een bruikbare gedachte is in de eerste plaats zijn opvatting dat handelen en rationaliteit - in de brede betekenis van het woord - bij mensen niet altijd mogelijk zijn. Mensen hebben namelijk een culturele achtergrond die maakt dat de wereld er voor hen op een bepaalde manier uitziet. Ze hebben een bepaald wereldbeeld.

"Wereldbeelden leggen het kader vast waarbinnen we alles wat in de wereld voorkomt op een bepaalde manier interpreteren. Wereldbeelden kunnen net als portretten niet waar of onwaar zijn. (...) Wereldbeelden werpen licht op de existentiële thema's van geboorte en dood, ziekte en lijden, schuld, liefde, solidariteit en eenzaamheid die in alle culturen terugkeren." (Habermas (1985) p. 92 en 94)

Volgens Habermas moeten de wereldbeelden van (groepen) mensen aan bepaalde voorwaarden voldoen om een rationele levensstijl mogelijk te maken. Wanneer groepen mensen leven vanuit een mythisch wereldbeeld, dan is een dergelijke rationaliteit niet mogelijk.

Een mythisch wereldbeeld is gesloten, dat wil zeggen: de mensen binnen zo'n wereldbeeld zien hun eigen interpretatie en zingeving van de werkelijkheid niet als één mogelijke interpretatie, áls wereldbeeld. Alles is even vanzelfsprekend, alles ligt vast. Een afstandelijke, alles relativerende, rationele discussie over allerlei opvattingen is dan onmogelijk. Dat is bij het moderne wereldbeeld in principe wel het geval. Ontmythologisering is dan ook een noodzakelijke voorwaarde voor wat Habermas communicatieve rationaliteit en communicatief handelen noemt.

De drie-werelden-theorie

Ontmythologisering betekent namelijk dat natuur en cultuur, dingen en mensen, oorzaken en motieven, gebeurtenissen en handelingen, taal en werkelijkheid, feiten en waarden gezien worden als twee verschillende domeinen van de buitenwereld. Pas wanneer die buitenwereld zich als begrip heeft ontwikkeld, pas dan is het mogelijk om in termen van een binnenwereld te denken. De buitenwereld omvat daarbij dus de objectieve wereld van de materiële dingen en toestanden en de sociale wereld van waarden en normen, terwijl de binnenwereld staat voor de subjectieve belevingen van een individu waartoe alleen hij toegang heeft. In schema:

Drie werelden
Buitenwereld Binnenwereld
Objectieve wereld /materiële werkelijkheid (Eerste wereld) Subjectieve belevingen / innerlijke werkelijkheid die privé is (Derde wereld)
Sociale wereld / maatschappelijke en institutionele werkelijkheid (Tweede wereld) -----

Habermas zal die onderscheiding in drie werelden steeds weer opnieuw noemen. Pas als die onderscheiding in het bewustzijn en denken van mensen is voltrokken, kan er sprake zijn van het onderhandelen over geldigheidsaanspraken (zie verderop) op allerlei gebied en is nadenken over verschillende vormen van rationaliteit mogelijk.

Communicatieve rationaliteit

Habermas plaatst de begrippen openbaarheid en discussie in het centrum van zijn filosofie. Kern van zijn denken is namelijk dat rationaliteit betekent: elke dwang behalve die van het argument is uitgeschakeld, geen enkel thema is bij voorbaat van discussie uitgesloten, de discussie is in principe voor iedereen toegankelijk. Naar zijn indeling in drie werelden betekent dat verder dat die discussie kan gaan over objectieve feiten, over sociale waarden en normen, en over subjectieve belevingen. Maar discussie houdt wél in dat er gepraat wordt. De taal speelt een belangrijke rol: rationaliteit is onmogelijk zonder taal.

Pas wanneer een actor haar constatering van een feit in een bewering giet, kan een kritische toeschouwer nagaan of die bewering al of niet waar is. Pas wanneer een actor een waarde of norm uitdrukt in de vorm van een normatieve bewering of waardeoordeel, kan een kritische toeschouwer zeggen dat die bewering al of niet juist of gerechtvaardigd is. Pas wanneer een actor haar subjectieve belevingen uitspreekt in een expressieve uitspraak, kan een kritische toeschouwer zeggen dat die bewering al of niet waarachtig of eerlijk is. Communicatief handelen is pas mogelijk bij communicatieve rationaliteit. En die vorm van rationaliteit is pas mogelijk wanneer mensen via de taal zoeken naar overeenstemming of consensus.

In hun beweringen gaan mensen er als vanzelfsprekend van uit dat wat ze beweren waar of juist of eerlijk is (al naar gelang het soort bewering). Habermas drukt dat uit met de formulering dat mensen met hun beweringen geldigheidsaanspraken naar voren brengen. Die geldigheidsaanspraken kunnen door andere actoren geaccepteerd of verworpen worden. Gezien de indeling in drie mogelijke werelden bestaan er dus ook drie mogelijke geldigheidsaanspraken:

Habermas beperkt rationaliteit dus niet tot empirische beweringen, tot constaterende beweringen die waar of onwaar zijn, zoals Max Weber doet. Daarmee beperkt hij rationaliteit dan ook niet tot wetenschappelijke en technische rationaliteit. Er is ook rationaliteit mogelijk ten aanzien van waarden en normen en zelfs ten aanzien van subjectieve belevingen van mensen!

Je verantwoorden, redenen geven

Met andere woorden. Wanneer iemand normatief handelt, dat wil zeggen: een normatief doel nastreeft, kan zij dat handelen tegenover een toeschouwer verantwoorden door via een verhaal uitleg te geven over de juistheid van haar handeling. In haar verhaal kan de actor tegenover een kritische toeschouwer allerlei rationele argumenten geven die rechtvaardigen wat zij deed. De actor kan - zoals dat ook wel heet - haar normatieve handeling legitimeren tegenover een kritische toeschouwer die de juistheid van haar handeling in twijfel trekt. En rationele verantwoording is zelfs mogelijk, wanneer een actor bepaalde gevoelens uit of - technischer gezegd - een expressieve handeling verricht door openlijk iets te beweren over belevingen die in eerste instantie altijd privé zijn. Waarachtigheid kan weliswaar niet beargumenteerd worden, maar ze kan wél blijken.

Een voorbeeld van dat laatste. Wanneer een actor M tot uitdrukking brengt hoe veel hij wel van Actor V houdt, dan is dat een expressieve handeling. Wanneer hij tegelijkertijd allerlei non-verbaal gedrag heeft dat 'zegt' dat hij haar liever kwijt dan rijk is, dan kan een kritische toeschouwer (al of niet Actor V) terecht zeggen dat die expressieve bewering niet eerlijk, niet waarachtig is. Een toeschouwer kan dus expressieve uitspraken van een actor rationeel ter discussie stellen. Van de andere kant kan iemand dus de waarachtigheid van (de beweringen over) zijn gevoelens legitimeren door in zijn hele gedrag consequent op één lijn te blijven met de geuite gevoelens.

Geldigheidsaanspraken kunnen dus met betrekking tot alle drie de werelden bekritiseerd, verdedigd, verantwoord worden. Communicatie en argumentatie zijn daarmee tussen mensen die rationeel willen zijn wezenlijk. Alleen via die weg kunnen mensen elkaar leren begrijpen en tot een overeenstemming komen.Verantwoording kan daarbij verschillende vormen hebben, maar het geven van goede redenen is één van de belangrijkere. En het geven van die goede redenen is een rationeel proces dat plaatsvindt wanneer een actor in haar verhaal een argumentatie opneemt die een kritische toeschouwer moet overtuigen.

Gezamenlijke situatiedefinitie

Die rationele argumentatie voltrekt zich echter niet in het luchtledige. Hierbij moet een gezamenlijke leefwereld voorondersteld worden, met andere woorden: de context, de situatie waarbinnen men weet, handelt, argumenteert, communiceert, verleent de noodzakelijke achtergrondkennis. Zonder dat de verschillende actoren een gezamenlijke achtergrondkennis hebben is begrip en consensus al helemaal niet mogelijk. Habermas zegt ook wel dat een gezamenlijke situatiedefinitie nodig is, willen actoren tot overeenstemming komen. Meestal is die gezamenlijke situatiedefinitie er al, maar soms moet hij ook eerst tot stand gebracht worden.

Van elkaar afwijkende situatiedefinities vormen een kernprobleem, want niemand heeft het recht te zeggen dat zijn interpretatie van de situatie zonder meer de beste is. In zo'n situatie zal er sprake zijn van een onzeker zoeken naar overeenstemming, en dat is eerder regel dan uitzondering in de alledaagse praktijk van het communicatieve handelen.

Communicatief handelen

Daarmee zijn we bij het laatste thema gekomen: het communicatieve handelen, waarin die communicatieve rationaliteit voortdurend een rol speelt. Habermas is in zijn ideeën over handelen in eerste instantie beïnvloed door de filosofe Hannah Arendt. Maar ook zijn papieren discussie met Max Webers opvattingen over rationaliteit en handelen heeft grote invloed gehad. In zijn verwerking van al die invloeden is Habermas uiteindelijk uitgekomen op de volgende positie. Hij onderscheidt uiteindelijk verschillende handelingstypen die hij in zijn boek van (1985) op p. 384 in schema bij elkaar zet.

Verschillende vormen van handelen
  doelrationeel = op efficiënt resultaat gericht communicatief rationeel = op overeenstemming gericht
niet-sociaal handelen instrumenteel handelen ====
sociaal handelen strategisch handelen communicatief handelen

Het gaat met andere woorden om de volgende handelingstypen:

Wat instrumenteel handelen is, zal inmiddels wel duidelijk zijn. Het verschil tussen strategisch handelen en communicatief handelen is een kwestie van instelling tegenover andere actoren. Bij strategisch handelen is een actor X er op uit een andere actor Y zo ver te krijgen dat wat hij als X gaat doen in het belang van Y is en haar eigen doelen dient. Het woord 'manipulatie' komt al gauw in gedachten. Bij communicatief handelen is dat egocentrische, op je eigen doelen gericht zijn er niet, je bent niet alleen uit op resultaten voor jezelf. Natuurlijk streef je wel eigen doelen na, maar dat plaats je in een kader van overleg met andere actoren die ook eigen doelen nastreven. Het woord 'samenwerking' komt in gedachten.

De verschillende actoren proberen het nastreven van hun doelen op elkaar af te stemmen via het vaststellen van een gezamenlijke situatiedefinitie en via verder overleg over wat er gedaan moet worden om die gezamenlijke doelen te bereiken. Ook hier vermeldt Habermas nadrukkelijk dat de achterliggende gezamenlijke leefwereld een voorwaarde is om communicatief te kunnen handelen.