>>>  Laatst gewijzigd: 18 maart 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Verantwoord handelen

Problemen met het verhaal over een handeling

Het idee 'verhaal over een handeling' biedt interessante mogelijkheden om beter te begrijpen wat handelen inhoudt en roept boeiende vragen op, bijvoorbeeld over de samenhang tussen iemands taalvaardigheden en iemands handelingsrepertoire of over het verloop van de communicatie (in de vorm van constateringen, waarden en normen, belevingen) wanneer mensen samen handelen. Hier beperk ik me tot het interpreteren van iemands verhaal.

De interpretatie van een verhaal

Het begrip 'verhaal' roept ook de vraag op hoe actoren elkaars handelingen interpreteren, er ontstaat dan zoiets als een hermeneutiek (= interpreteerkunde) van het handelen. In het verhaal dat actor X over zichzelf vertelt, begrijpt die actor zijn handeling op een bepaalde manier. Het verhaal bevat dus de interpretatie die actor X aan zijn eigen handelen geeft. Toeschouwer Y - degene die het verhaal beluistert en dus ook toehoorder is - kan een eigen interpretatie hebben van het handelen van actor X en die weergeven met een eigen verhaal.

De interpretatie van toeschouwer Y kan dezelfde zijn als de interpretatie van actor X, maar kan daarvan ook afwijken. Ook kan de toeschouwer dezelfde interpretatie als de actor heeft, vormgeven met een afwijkend verhaal. Bijvoorbeeld omdat de toeschouwer vaktaal gebruikt om zijn interpretatie weer te geven terwijl de actor haar interpretatie uitdrukt in alledaagse taal.

Lenk (1978) geeft een aardig voorbeeld van afwijkende interpretaties van dezelfde handeling. Het voorbeeld betreft iemand die met anderen in een auto zit en in de buurt van een kruispunt met zijn arm uit de auto naar een bezienswaardigheid wijst. Een automobilist achter hem kan die handeling interpreteren als een signaal dat de actor naar links wil afslaan, schrijft op die manier dus de actor een andere intentie toe dan de actor zelf aan zijn handeling zou toeschrijven.

Verschillende interpretaties

Het misverstand tussen actor en toeschouwer ten aanzien van een en dezelfde handeling is - voor zover het dit voorbeeld betreft - in principe gemakkelijk oplosbaar door de interpretatie van de actor als de juiste te beschouwen. Maar zo gemakkelijk is het natuurlijk lang niet in alle gevallen. In allerlei situaties kan iemand van mening zijn de 'goede redenen' die de actor in haar verhaal over haar handeling naar voren brengt, in twijfel te moeten trekken, en daarom liever uitgaan van een eigen interpretatie van de achtergronden en bedoelingen van de door de actor verrichte handeling.

Standaardvoorbeeld vormen de duidingen binnen de psychoanalyse. Het woord 'duiding' staat voor de interpretatie die de psychoanalyticus geeft aan het verhaal van een actor, namelijk aan alles wat de analysant hem tijdens de analysesessies verteld heeft. Natuurlijk zet de psychoanalyticus die interpretatie in taal om, waardoor het verhaal van de psychoanalyticus (toeschouwer / toehoorder) over het verhaal van de analysant (actor / spreker) ontstaat. De psychoanalyticus kan de analysant na een tijd zo goed kennen dat hij weet waar het verhaal van de actor-analysant verdraaiingen en verhullingen en verdringingen van de ware gebeurtenissen en verlangens van de analysant bevat. Het uiteindelijke verhaal van de psychoanalyticus over het handelen van de actor-analysant kán daarom meer waar zijn dan het verhaal van de actor-analysant zélf (maar hoeft dat niet noodzakelijk te zijn).

Ergens is dat een vervelend idee. Het betekent dat een toeschouwer mijn verhaal met mijn interpretatie van de handeling die ik verrichtte (of wil gaan verrichten) in twijfel kan trekken. Denk eens aan een aantal van die zeer automatisch verlopende handelingen die we zo vaak verrichten zoals met ons haar spelen, of iemand niet aankijken tijdens een gesprek, of met onze vingers op tafel trommelen. Dat zijn van die handelingen waarbij we zelf niet zo gemakkelijk in een verhaal zouden kunnen aangeven welk doel we er mee nastreven. Ons verhaal bevat dan al gauw de interpretatie dat die handelingen niets te betekenen hebben. Maar toeschouwers kunnen in hun verhaal over onze handelingen die simpele handelingen wél als doelgericht en betekenisvol omschrijven. Iemand kan bijvoorbeeld zeggen dat ik met mijn haar speel om mijn ergernis over wat de ander zegt verborgen te houden. Of dat ik steeds wegkijk omdat ik iets te verbergen heb. Of dat ik met mijn vingers op tafel zit te trommelen omdat ik eigenlijk niet meer wil luisteren en iets anders wil gaan doen.

Aan wat ik doe, wordt dan een doelgerichtheid toegekend die ik mezelf niet bewust was. Ik kan natuurlijk deze reconstructie van wat ik 'eigenlijk' deed ontkennen, ik kan er kwaad over worden, ik kan ook de reconstructie accepteren. Dat hangt er van af.

Het verhaal van de ander

Door het verhaal van de toeschouwer word ik min of meer gedwongen bij mijn eigen handelingen stil te staan. Het kan zijn dat ik me in die bewustwording van mijn handelingen realiseer dat de toeschouwer helemaal gelijk heeft met zijn verhaal. Het kan ook zijn dat ik niets van wat het verhaal van de toeschouwer bevat bij mezelf herken, en in dat geval zal ik dat verhaal afwijzen als een verhaal dat niet klopt.

Het ligt voor de hand dat mensen elkaars handelingen interpreteren in een verhaal. Het ligt ook voor de hand dat de verhalen van actor en toeschouwer soms uiteenlopen, omdat een toeschouwer de handeling van een actor soms beter begrijpt dan de actor zelf.

Bij uiteenlopende verhalen is er in veel gevallen sprake van een probleem. De communicatie kan dan alleen gered worden wanneer elk verhaal ter discussie staat en actor en toeschouwer een open gesprek over de verschillende interpretaties aangaan.