>>>  Laatst gewijzigd: 9 april 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Interpretatie

boeken bij het thema

Interpretatie en kennisverwerving

Ik wandel. Op afstand zie ik een man bezig in een huis waarvan alle ramen open staan. Hij heeft witte kleren aan. In eerste instantie denk ik: daar is een bakker bezig. Maar dan denk ik: is dat huis dan verbonden met een winkel? Het lijkt gewoon een woonhuis te midden van andere woonhuizen.

Dan zie ik dat de man stofzuigt of veegt, in ieder geval: grote veegbewegingen maakt en met de vloer bezig lijkt te zijn. Ineens schiet me te binnen dat het ook een schilder kan zijn die een gewoon woonhuis aan het opknappen is en even alle rotzooi aan kant veegt. Het beeld dat ik had, klopt daar beter mee. Ja, het moet wel een schilder zijn.

Meteen daarna wordt dat beeld bevestigd: ik zie rechts van het woonhuis een bestelwagen staan van een schildersbedrijf. Meteen komt van die kant een jonge vent aangelopen met een kruiwagen met allerlei spullen erin. De jongeman stopt voor het open raam en praat met de man in het wit. Zie je wel.

Zie je wel?

De voortdurende interactie tussen je nieuwe waarnemingen en wat je al weet. Hoe die waarnemingsbeelden voortdurend al eerder opgeslagen beelden raadplegen, hoe nieuwe beelden zichzelf controleren aan oude beelden. En dat binnen een fractie van een seconde.

De dingen die je je afvraagt wanneer je om je heen kijkt. De interpretaties die je al of niet kunt geven. De bevestiging van een interpretatie door waarnemingsbeelden. Het basisgevoel dat een interpretatie klopt of niet klopt.

Het gevoel dat een interpretatie klopt zonder dat je dat met zekerheid weet. Nadere controle — lees: nieuwe, meer gedetailleerde waarnemingen — laten misschien zien dat het niet zozeer een schildersbedrijf is als wel een stukadoorsbedrijf. Maar, nee, inderdaad, zeker geen bakker, de schilder klopte beter, de stukadoor klopt zelfs nog beter of misschien wel helemaal.

De uitnodiging aan een ander om ook die waarnemingsbeelden te hebben. Zie jij ook wat ik zie? Zie je dezelfde beelden? Bevestigen ze voor jou ook dat klopt wat ik beweerde? Zie je wel? We gebruiken die uitdrukking vaak zelfs daar waar niets te zien valt, zo hangen we aan beelden.

Maar ook al ziet een vriendin dezelfde waarnemingsbeelden als ik, dan nog kan de interactie met haar kennis, met haar opgeslagen beelden, heel andere resultaten hebben. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als die vriendin uit een geheel andere cultuur komt? Stel dat ze niets weet van bakkers, schilders en stukadoors. Stel dat ze geen opgeslagen beelden heeft van die beroepen zoals die in deze samenleving uitgeoefend worden, bijvoorbeeld van de attributen die bij die beroepen horen? Ze zou niet het gevoel kunnen hebben dat mijn interpretatie klopt of niet klopt. Tegenover die persoon kan ik wel zeggen 'Zie je wel?' in de betekenis van 'zie je dat en dat stukje werkelijkheid ook?', maar niet in de betekenis van dat de nieuwe beelden kloppen met opgeslagen beelden zoals we de uitdrukking zo vaak bedoelen. Wat kan die vriendin die geen weet heeft en geen opgeslagen beelden heeft zeggen op mijn vraag? Ze kan kijken, kan nieuwe waarnemingsbeelden opslaan, en verder haar schouders ophalen, meer niet. Ze kan niet bevestigen dat wat ik beweer klopt.

Gedeelde kennis

Daarom is gedeelde kennis zo belangrijk, het gegeven dat mensen in dezelfde leefwereld leven en ongeveer dezelfde kennis opbouwen omdat ze ongeveer dezelfde dingen waarnemen. Ze herkennen dan elkaars interpretaties. Maar dat is lang niet altijd het geval.

Mensen uit verschillende leefwerelden moeten wel de grootste moeite met elkaars interpretaties hebben, in ieder geval op bepaalde terreinen, in ieder geval voor een bepaalde tijd. Bepaalde elementen zijn waarschijnlijk in alle leefwerelden gelijk, andere niet. Er zijn overlappingen van verzamelingen elementen uit die leefwerelden, maar ook gebieden die niet overlappen. Venndiagrammen. Familiegelijkenissen naar Wittgenstein. Wanneer je met anderen in een vrijwel gelijke leefwereld opgroeit dan is de herkenning van elkaars beelden en interpretaties groot. Maar die herkenning zal klein zijn in een samenleving waarin anonimiteit en sociale versplintering een grote rol spelen.